Heel wat steden, gemeenten, OCMW’s en andere publieke actoren hebben landbouwgrond in eigendom. Hoe kunnen zij die grond inzetten voor een duurzame voedselproductie met lokale meerwaarde? De Landgenoten stelde binnen het onderzoeksproject  H2020 Ruralization een toolbox op die lokale besturen daarbij helpt.

Toolbox ©François De Heel

Er is veel landbouwgrond in handen van publieke instellingen zoals OCMW’s, kerkfabrieken en lokale besturen. Gek genoeg was daar tot voor kort bitter weinig over geweten. Enkel wanneer publieke percelen verkocht werden, zoals de intussen onwettig verklaarde verkoop van 450 ha landbouwgrond van het Gentse OCMW in de zaak Fernand Huts, werd erover gepraat. Het gebrek aan inzicht in de omvang van het publiek grondbezit én voor welke beleidsdoelstellingen gronden gebruikt worden, zorgde ervoor dat het moeilijk was om in kaart te brengen wat deze gronden voor (biologische) landbouw kunnen betekenen.

Stedenbouwkundige Hans Vandermaelen bracht daar met zijn doctoraatsonderzoek verandering in, althans voor de provincie Oost-Vlaanderen. Hij becijferde dat er nog altijd veel publieke grond wordt aangekocht voor verschillende beleidsdoelstellingen, maar niet voor landbouw. Zo steeg het publieke grondbezit in Oost-Vlaanderen op 10 jaar tijd met 11%, om bijvoorbeeld ruimte te creëren voor natuur en parken. ‘Dat bewijst dat het perfect mogelijk is om voor specifieke beleidsdoelstellingen een heel ambitieus grondbeleid te voeren’, verklaart hij. Daarom is het niet enkel interessant om te kijken hoeveel publieke grond er is, ook om te weten hoe dat patrimonium wordt ingezet.

‘Momenteel wordt de gebruikswaarde van publieke landbouwgrond naar de achtergrond geschoven’, concludeert Hans. ‘Het enige wat daar overblijft is een soort kapitaalsperspectief op bijzonder korte termijn: publieke actoren zien enkel de verkoopwaarde van hun landbouwgrond. Zij redeneren: als we die verkopen, verdienen we er meer aan dan door ze te verpachten. Zij moeten gaan inzien dat er in gebruikswaarde van dat patrimonium veel potentieel schuilt voor een hedendaags, duurzaam en sociaal voedselbeleid.’

TOOLBOX

Maar hoe zet je publiek grond in voor zulke maatschappelijke meerwaarde? Door als publieke grondbezitter te kiezen voor agro-ecologische gebruikers die landbouw en natuur verzoenen en de biodiversiteit op de percelen verhogen via bomen, struiken, bloemenranden. En door de gebruikers zekerheid over het gebruik te geven zodat de investeringen in biodiversiteit ook voor hen als bedrijfsleider renderen. Goede bodemzorg helpt bovendien om koolstof op te slaan en dus klimaatdoelstellingen te halen. Tot slot kunnen ook sociale doelstellingen geïntegreerd worden bij het uitschrijven van een oproep voor gebruikers.

Het blijkt geen eenvoudige opdracht om als lokaal bestuur enerzijds voorwaarden op te leggen en anderzijds toch gebruiksovereenkomsten aan te gaan op lange termijn. De huidige pachtwet maakt het lokale besturen op dat punt lastig. Toch is het niet onmogelijk. Andere contracten dan een klassieke pacht bieden kansen. 

Het voeren van een doordacht grondenbeleid kent vele aspecten. Om daarmee te helpen, stelde De Landgenoten – in het kader van het onderzoeksproject H2020 Ruralizationeen toolbox op die lokale besturen bij de hand neemt en hen gidst door het hobbelige veld van kansen, regels en contracten. 

Via een roadmap leggen we besturen stap voor stap uit hoe zij een duurzaam en professioneel grondenbeleid kunnen opstarten. Daarnaast bieden we ook een leidraad en overzicht om te kijken welke contractvorm het beste is om deze agro-ecologische, op de lokale markt gerichte landbouwbedrijven te helpen. Zo helpen wij lokale besturen om hun landbouwpatrimonium te gebruiken als hefboom naar een lokale en duurzame landbouw. 

INSPIRATIE

Dat het perfect mogelijk is om als lokaal bestuur je eigen landbouwpatrimonium te gebruiken als hefboom voor een lokale en duurzamere landbouw, toont onder andere Voeding Verbindt in Leuven. De hoofdstad van Vlaams-Brabant gaf intussen reeds 29 ha in gebruik, deels via erfpacht voor 20 jaar, om op die manier lokale landbouw en korte keten landbouw te kunnen versterken. 

Of zoals David Desser, de Leuvense schepen van onder andere duurzaamheid, landbouw en consumptie, het zegt op de site van Voedsel Verbindt: ‘We willen ruimte geven aan innovatieve landbouwprojecten. Dat kan bijvoorbeeld door pachtvrije gronden, in eigendom van de stad en het OCMW, ter beschikking te stellen van stadslandbouw. Door eigen gronden in te zetten voor voedselprojecten in de korte keten, brengen we de Leuvense voedselstrategie in de praktijk. We hopen zo het aandeel lokale producten verder op te krikken, maar ook iedereen met interesse in duurzame voeding en landbouw in Leuven de kans te geven om daarmee aan de slag te gaan.’

Ontdek hier onze toolbox om duurzaam landbouwprojecten op publiek grond te realiseren.